31 mei 2006

Dafen


"Schilder maakt tien Zonnebloemen per dag"

"In het dorpje Dafen vervaardigen kunstschilders goedkope olieverfschilderijen. Zij maken onder andere legale replica's van klassieke kunstwerken."
"Van Gogh, Da Vinci, Klimt of Dali, schilders in het zuiden van China draaien er hun hand niet voor om. Het district Longgan staat bekend als het Hollywood van de olieverf. Naar schatting voorzien in deze regio zo'n 20.000 schilders, kunstenaars en leerlingschilders in hun levensonderhoud met het namaken van wereldberoemde schilderijen."
"In de groezelige straatjes van Dafen, een buitenwijk van de stad Shenzhen, bevinden zich zo'n 300 galerieën en wonen 3.000 kunstschilders die zich hebben toegelegd op het kopiëren van klassieke schilderijen. De schilderijen zijn nauwelijks van echt te onderscheiden. Maar de handel in replica's is legaal wanneer de intelectuele eigendomsrechten zijn vrijgegeven, vertelt Jeroen van den Brande, advocaat bij Loyens en Loeff en gespecialiseerd in intellectueel eigendomsrecht. 'Het auteursrecht eindigt zeventig jaar na de dood van een auteur. Vanaf dat moment mag je schilderijen kopiëren. Het moet wel duidelijk zijn dat het om een kopie gaat.' Het laten namaken van Van Goghs Zonnebloemen of Da Vinci's Mona Lisa is dus volkomen legaal. De Chinese vakschilders maken daar handig gebruik van. Een ervaren schilder maakt zonder moeite tien Zonnebloemen per dag. Afhankelijk van de kwaliteit van het materiaal en de verf wordt zo'n replica voor een bedrag tussen de 10 en 15 euro verkocht, terwijl een Chinese schilder ongeveer 7,50 euro per dag verdient. Een lucratieve handel dus."
(Uit: NRC, vrijdag 26 mei. Tekst: Brenda Peeters, foto: Vincent Mentzel)

30 mei 2006

Michaplast #2

"144 landschapjes per dag" (vervolg)

"Ik mocht een voorbeeld uitkiezen en ik koos een echt Hollands landschap: links een kapmolen aan een plas, rechts bomen en rietpluimen en ervoor een roeibootje waarin een hengelaar zat te vissen. In het midden een open ruimte; je keek over het water en in de verte zag je het silhouet van een dorp, de horizon met bomen en een spits kerktorentje. De eerste dag besteedde ik uitsluitend aan de wolkenlucht. Niet zo eenvoudig, maar na lang experimenteren lukte mij luchten à la Voerman te maken (Jan Voerman, kunstschilder, leefde van 1875 tot 1941 en was bekend door zijn aquarellen en schilderijen: landschappen met vaak prachtige wolkenluchten en door de Verkadeplaatjes). Ten slotte kreeg ik grote behendigheid in het schilderen van wolken - ze dreven zo te zeggen van het paneel af - en in het halen van een produktie van 36 per dag. Een kwartje per stuk, negen gulden per dag, voor die tijd niet eens zo'n slecht dagloon.
Wij schilderden zoals andere mensen breien of aardappelen schillen, en voerden levendige gesprekken. De kunst was ook 36 keer dezelfde dingen in dezelfde kleur te maken, zodat je maar één keer hoefde te mengen. Dat gaat vervelen en ik vroeg en kreeg toestemming een stilleven naar eigen idee te maken: een witte porseleinen fruitschaal op sierlijke voet, groene peren, blozende appels, een citroen en een tros blauwe druiven erop en dit tegen de achtergrond van een fluwelen lap. Dat waas op die druiven en de stofuitdrukking van het fluweel waren moeilijk weer te geven en het kostte mij een half dagloon om het te krijgen.
Als de schilderijtjes droog waren, werden ze in een ander lokaal in lijsten getikt en vakkundig in kisten gepakt. voor zover wij wisten gingen ze dan naar Beieren, Oostenrijk en Westfalen."
(Uit: "Waar Het Gebeurde", Jan Willem Holsbergen (tekst) en Sjoerd Holsbergen (foto's))

29 mei 2006

Michaplast #1



"Als ik het nummer niet had onthouden, zou ik die plek nooit hebben teruggevonden. Het poortje dat toegang gaf tot een soort fabrieksgebouw achter de huizenrij is er niet meer. De huizen zelf ook niet en ook de fabriek is spoorloos verdwenen. Toch wás het hier, het atelier waar wij met een man of 20 ieder 36 schilderijen per dag maakten. Voor de weduwe Michael die haar zaakje de naam Michaplast had gegeven. Zij moet een joodse dame zijn geweest, want het bedrijf werd toegewijd geleid door ene mijnheer Goels. Hoewel hij er gojser dan gojs uitzag was hij "goed", ondanks zijn lichtblonde haar, blauwe ogen en brede schouders én zijn lengte. Hij leek zó weggestapt uit de etalage van een herenmodezaak.
Om in godsnaam nog iets te verdienen beschilderden mijn vrienden en ik broches, van houten knopen gemaakt, een speld aan de achterkant, en tegels. Een heel karwei, die loodzware tegels in een koffer ophalen en beschilderd weer terugbrengen. Om de waterverf op het gladde glazuur te laten pakken moest je een paar druppeltjes ossegal mengen in het water waarmee je de verf verdunde. Wanneer een rijtje tegels klaar was, spoot je er met een mondspuitje een laagje celluloselak overheen. Van de peerdropsachtige geur moest ik altijd even hoesten. Dit werk kende ik. Maar hoe ging dat met schilderijen? Daar komt meer bij kijken.
Ik kwam in een ruimte, het best te vergelijken met een gymnastieklokaal van een school. De bekende geur van verf en peut. De verf kwam niet uit tubes, maar uit literbussen. Penselen en kwasten werden niet verstrekt, daar moest je zelf voor zorgen. Ze zetten een rekje voor mij neer waar 36 triplex paneeltjes, een laagje grondverf erop, in konden staan - een centimeter van elkaar zodat ze elkaar niet raakten."
(Uit: "Waar Het Gebeurde", Jan Willem Holsbergen (tekst) en Sjoerd Holsbergen (foto's))

21 mei 2006

Jiri Georg Dokoupil #2

"In het najaar van 1987 gooide Dokoupil maar weer eens wat briketten in de grotoe gietijzeren kachel die zijn Keulse atelier ternauwernood verwarmde. Ik zat er urenlang bij hoe een broodmagere Spanjaard hem de les las over zijn foutieve kleurgebruik. Alfonso was namelijk een astroloog en om ons heen stonden bijna voltooide schilderijen met tekens van de dierenriem. Daar moesten groene accenten, hier moest een punt van een staart rood, hoe kon dat teken nu zo onevenwichtig blauw zijn, en een vuurteken zonder gouden vlekken was ondenkbaar!
Alfonso, de enige zelfverklaarde macrobioot die ooit voor mijn ogen een heel pakje Ducados-sigaretten oprookte, wist niet van ophouden. Dokoupil ondertussen liep met kwasten en potjes verf van het ene schilderij naar het andere om de acceptabele suggesties te verwerken. Over de onacceptabele invallen van Alfonso werd lang en vinnig getwist. De schilder die het welbehagen van het oog verdedigde tegenover zijn verbeten adviseur, die oreerde over de eisen van de kleurensymboliek. Altijd weer verzon Dokoupil een speelse oplossing, die op beider instemming kon rekenen.
Voor Dokoupil was de astrologie een helder en ordelijk sprookje. Oud en esoterisch, maar tegelijkertijd populair en vluchtig. Iedere serie die de schilder maakte kon je opvatten als een schilderkunstige expeditie, zei ik tegen hem, de ene keer was het een 'cover' van kunsthistorische traditionals, een andere keer het uitproberen van een concept of een techniek. Maar waar was hij met al die expedities nu op uit?
Toen ik die vraag had gesteld dacht hij lang na en zei toen, opvallend zachtjes: 'Pleasure'."
Dirk van Weelden in "Elke wolk is een weg", uitgegeven door het Centraal Museum in 2002.

19 mei 2006

Jiri Georg Dokoupil #1

Dokoupil bespat een pigmentschilderij met water, Praag (februari 2002). (foto: Marja Bosma)

18 mei 2006

Mapping the Studio #7


Atelier van lieshout, Slave City.

Tot 20 augustus te zien in het Stedelijk Museum CS, in het kader van de tentoonstelling Mapping the Studio.

> Stedelijk Museum CS

17 mei 2006

Mapping the Studio #6


John Bock, Salon de Béton (2005).

Tot 20 augustus te zien in het Stedelijk Museum CS, in het kader van de tentoonstelling Mapping the Studio.

> Stedelijk Museum CS

16 mei 2006

Mapping the Studio #5


Daniel Buren, tot 20 augustus te zien in het Stedelijk Museum CS, in het kader van de tentoonstelling Mapping the Studio.

> Stedelijk Museum CS

15 mei 2006

Mapping the Studio #4


Jan Dibbets, Perspective Correction - My Studio II (1969).

Tot 20 augustus te zien in het Stedelijk Museum CS, in het kader van de tentoonstelling Mapping the Studio.

> Stedelijk Museum CS

14 mei 2006

Mapping the Studio #3


Andy Warhol en de Factory.

Tot 20 augustus te zien in het Stedelijk Museum CS, in het kader van de tentoonstelling Mapping the Studio.

> Stedelijk Museum CS

13 mei 2006

Mapping the Studio #2


Bruce Nauman, Mapping the Studio I – All Action Edit (Fat Chance John Cage) (2002).

Tot 20 augustus te zien in het Stedelijk Museum CS, in het kader van de tentoonstelling Mapping the Studio.

> Stedelijk Museum CS

12 mei 2006

Mapping the Studio #1



Deze thematentoonstelling laat zien hoe kunstenaars zich verhouden tot hun eigen werkomgeving, het atelier. Een accent ligt op kunstwerken uit de periode 1965 – 1975, toen veel kunstenaars de beslotenheid van het traditionele atelier verlieten.
Vanaf vandaag tot 20 augustus in het Stedelijk Museum CS.
Met John Bock, Daniel Buren, Tacita Dean, Jan Dibbets, Mierle Laderman Ukeles, Atelier van Lieshout, Gordon Matta-Clark, Robert Morris, Otto Mühl, Bruce Nauman, Marthe Rosler, Gregor Schneider, Gerry Schum, Richard Serre, Robert Smithson, Rirkrit Tiravanija & The Land Foundation en Andy Warhol.

> Stedelijk Museum CS

11 mei 2006

Hans Hartung #1

Hans Hartung (1904-1989) in zijn open atelier in Antibes (1974).

> Fondation Hans Hartung et Anna-Eva Bergman
> Hans Hartung

06 mei 2006

Karel Appel

Karel Appel in zijn atelier in Rue Brézin, Parijs (1961).

Karel Appel overleed afgelopen woensdag.