11 april 2018

Jeroen Krabbé


Jeroen Krabbé in zijn atelier, Amsterdam, 2012.

"Toen ik dit atelier voor het eerst zag wist ik: dit is het. Hier heb ik mijn hele leven naar gezocht. Het is prachtig. Hoge ramen op het noorden, altijd het goede licht. En zo groot! Ik was gewend om thuis in de huiskamer te schilderen en had de maten van mijn doeken daarop aangepast. In het begin durfde ik geen grote doeken te schilderen, dat kwam later pas. Wat heel bijzonder is: dit is het oude atelier van Breitner. De eerste periode drukte dat wel op mij – zo’n grootheid die hier gewerkt had.
....
Ik heb een paar vaste rituelen als ik aan het werk ga. Zo wil ik hier altijd rond het hele of halve uur aankomen; tien over negen is niet goed. Als ik de dag ervoor heb geschilderd, heb ik de doeken zo neergezet dat ik ze niet kan zien als ik binnenkom. Eerst ga ik naar de keuken. Koffie malen en zetten. Als die klaar is verkleed ik me. Dan loop ik met de handen voor mijn ogen langs het doek, zodat ik het nog steeds niet zie. Ga zitten, mijn ogen naar beneden. En dan plotseling kijk ik. In de eerste kwart seconde zie ik of het goed is of niet.
...."
(bron: NRC, foto: Mark Kohn)


(bron: Arjan Reinders | Twitter)


Jeroen Krabbé in zijn atelier, Amsterdam. (bron: avrotros)

> Jeroen Krabbé

Geen opmerkingen:

Een reactie posten