20 september 2019

Michelangelo Buonarroti #3


Vermoedelijk plan van de woning van Michelangelo Buonarotti, Firenze, ca. 1545.

"....
Ten tijde van de Renaissance trad, ten gevolge van een nieuwe visie, een verschuiving op in de hoofdactiviteit die binnenin de werkplaats van de kunstenaar werd beoefend. Het kunstenaarsatelier werd steeds meer een ruimte voor studie, terwijl vóór de Renaissance in de werkplaats vooral de productie primeerde. De Renaissancistische werkplek, de bottega, was immers open voor iedereen en bovendien sterk ambachtelijk ingesteld. “The Italian painter’s shop or bottega was likely to be a ground-floor establishment on a very narrow street. [...] the shop’s only source of light was the street opening. The actual making of the pictures or statues took place in the space behind the opening, possibly even in public view.”4Gedurende de Renaissance werd de functie en de status van de kunstenaar én van diens werkplek, naar alle waarschijnlijkheid, beïnvloed door het model van de Italiaanse studia. De kunstenaar werd beschouwd als een student, zijn werkruimte als een ruimte voor studie. Deze transformatie was grotendeels een gevolg van het aanzien, die de Middeleeuwse instellingen voor hoger onderwijs toen hadden verworven.

De Italianen omschreven het kunstenaarsatelier tot in de late zeventiende eeuw met de termen bottega of stanza. De term studio of studiolo werd in het Italiaans enkel gebruikt om de ruimte, of zelfs enkel het bureau waar de ‘kunstenaar-student’ zich bevond te benoemen. “Sinds de 15de eeuw beschikten kunstenaars ook steeds vaker over een studeerkamer, waar ze boeken en allerlei curiosa verzamelden en zich terugtrokken voor private artistieke reflectie, weg van de drukke, publieke werkplaats of bottega. De vroegmoderne ‘studio’ wijst dus enerzijds op de intellectualisering van het artistieke werk, en bevat tegelijk de kiemen voor de latere, vooral romantische glorificatie van het atelier als oord van artistieke reflectie en creatief isolement.” Lang voor de term studio zijn huidige betekenis verwierf, was de werkplaats van de kunstenaar getransformeerd tot een plek voor studie. “The place of painting and sculpture was now simultaneously a domestic space and a stage, an anatomy theater and a laboratory, a kitchen and a monastic cell.”
...."

Zie het onderscheid tussen de studiolo (linksboven) en de bottega.(linksonder).
(bron: Universiteit Gent, uit de scriptie van Frederik Van Vlaenderen "Het kunstenaarsatelier als architecturale opdracht")

Geen opmerkingen:

Een reactie posten