15 maart 2011

James Ensor #2


James Ensor in his studio,painting the entry of Christ into Brussels.

"In 1888, toen Ensor 28 jaar was, begon hij aan "De Intrede van Christus in Brussel in 1889". Dit werd het meest spectaculaire werk van de jonge meester, dat nadien ook zijn roem zou uitdragen over de gehele wereld. Het werk was een jaar later echter niet af om op het Salon des XX geëxposeerd te worden.
Het was een monumentaal werk geworden van 2,58 meter hoog en 4,31 meter lang. Zijn zolderatelier was niet hoog genoeg en hij moest het doek spijkeren aan de muur, terwijl het onderste gedeelte op de grond blijft liggen. Ensor vraagt aan een huisschilder verf te bereiden in potten van 5 en 10 kg. Hij schildert dan laag per laag, waarbij het schilderij telkens een beetje opgerold wordt.
Het doek bleef 50 jaar lang opgerold liggen in zijn atelier, op de hoek van de Vlaanderenramp. Toch bestaat er een foto uit die periode waarop we het werk wat stuntelig genageld zien tegen de muur van het atelier met tal van andere werken voor. Hij kon het pas echt opspannen in 1917, boven zijn harmonium, toen hij verhuisde naar zijn nieuwe woning in de Vlaanderenstraat. Dit huis, het huidige Ensorhuis, erfde hij van zijn oom Leopold. Bij het transport van het werk naar Parijs voor de grote expositie van 1929 moest eerst een stuk van het gevelbalkon afgebroken worden. Dit gebeurde opnieuw voor de expositie in Brussel in 1939.
Het doek werd licht beschadigd door enkele granaatscherven gedurende de Tweede Wereldoorlog. Het doek hing daarna op verschillende plaatsen: in Venetië (1950), in het Casino van Knokke (1971), in het Museum voor Schone Kunsten te Oostende (1977-1978), in bruikleen aan het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen, Chicago en New York (1976) en het Künsthaus te Zürich (1983). Het werd in 1987 aangekocht door het Getty Museum in Los Angeles waar het kundig gerestaureerd werd." (bron: Wikipedia)
> James Ensorhuis
> James Ensorhuis
> Gemeentemuseum Den Haag

Geen opmerkingen:

Een reactie posten